donderdag 24 december 2009

COP15 neemt zonder consensus Kopenhagen Akkoord aan

De vijftiende conference of the Parties (COP15) van het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) die van 7 – 19 december 2009 in Kopenhagen is gehouden, heeft zaterdag 19 december 2009 zonder consensus een niet wettelijk bindend Kopenhagen Akkoord aangenomen. Volgens een beslissing van de COP konden de landen die zich associëren met het Akkoord dat ondertekenen en de landen die zich niet associëren met het Akkoord konden erbuiten worden gelaten.

Het Kopenhagen Akkoord van drie pagina’s zal onder andere de uitstoot van broeikasgasconcentraties in de atmosfeer worden gestabiliseerd op het niveau dat gevaarlijke interventie met het klimaatsysteem voorkomt. De stijging van de mondiale temperatuur zal onder 2 °C worden gehouden. In welk jaar deze piek zal worden bereikt is niet aangegeven. De mondiale emissies zullen tegen 2050 worden beperkt met 50% beneden het niveau van 1990.

De cruciale rol van de vermindering van broeikasgassen van ontbossing en bos degradatie wordt erkend, evenals de noodzaak bossen te behouden om de uitstoot van broeikasgassen te verwijderen. Positieve prikkels zullen worden verschaft zoals acties door de onmiddellijke oprichting van een mechanisme (inclusief REDD-plus) om financiële bronnen van ontwikkelde landen te kunnen mobiliseren. De ontwikkelde landen zullen aan de ontwikkelingslanden nieuwe en additionele hulpbronnen verschaffen tot een bedrag van US$ 30 miljard in de periode 2010 – 2012. Er zal prioriteit worden gegeven aan adaptatiefondsen voor de meest kwetsbare landen, zoals de Least Developed Countries (LDC), de Small Island Developing States (SIDS) en landen in Afrika die worden geteisterd door droogte, woestijnvorming en overstromingen. Voor Afrika is voorspeld dat de hitte daar driemaal hoger zal zijn dan in de rest van de wereld.

Het Kopenhagen Akkoord bevat een bijlage die de landen die zich ermee associëren nog moesten ondertekenen tijdens de COP of via de UNFCCC-website.Het werd ontworpen door de Verenigde Staten en 25 andere landen, waar onder 14 ontwikkelingslanden zoals China, India, Zuid-Afrika, Brazilië, Ethiopië en Barbados (de vertegenwoordiger van de Alliance of Small Island States and low laying countres –AOSIS-), in de nacht van donderdag 17 op vrijdag 18 december 2009. President Barack Obama van de Verenigde Staten gooide het document op tafel tijdens zijn toespraak tot de staatshoofden. Hij kwam gisteren speciaal voor zijn toespraak naar de COP. Zijn bliksembezoek aan Kopenhagen heeft volgens de Zweedse radio ongeveer US$ 8 miljoen gekost. Na zijn rede vertrok hij direct weer. Terug in Washington gaf hij onmiddellijk een persconferentie, waarin hij zijn gehoor voorhield, dat de VN lidlanden het eens zijn met het Kopenhagen Akkoord. De landen konden echter geen consensus bereiken.

Onderhandelingen

De partijen hadden twee jaar lang onderhandeld over de tekst van wettelijk bindende overeenkomsten onder het spoor van de Ad-hoc Working Group Kyoto Protcol (AWG-KP) en dat van de Ad-hoc Working Group Long-term Cooperative Action (AWG-LCA). De AWG-KP is een van de twee grote onderhandelingsgroepen die zich richt op verdere onderhandelingen over wettelijk bindende comitéringen voor Annex 1 landen na 2012. De Annex 1 landen zijn de geïndustrialiseerde landen die hun emissies moeten verminderen. De AWG-LCA is de tweede grote onderhandelingsgroep die werd opgericht in Bali 2007 om onderhandelingen te voeren over een versterkte internationale klimaatovereenkomst. De onderhandelingen zouden eindigen in Kopenhagen.

De landen konden na twee jaar onderhandelingen maar niet tot overeenstemming komen over sleutelkwesties zoals het percentage van de uitstoot die moet worden verminderd tegen welk jaar, de piek die de verwarming moet bereiken tegen welk jaar en het bedrag dat de ontwikkelde landen moesten betalen aan de ontwikkelingslanden om zich aan te passen aan klimaatverandering en om hun broeikasgassen te verminderen.

Verdeeldheid onder ontwikkelingslanden

Toen Obama zich richtte tot de COP en het Kopenhagen Akkoord bekend maakte hielden de landen zich slechts bezig – langer dan 24 uur - met beraadslagingen over dit ‘overnight take it or leave it’ Akkoord dat niet op de agenda stond. De plenaire werd keer op keer urenlang geschorst.
De ontwikkelingslanden raakten verdeeld. LatijnAmerikaanse landen waren faliekant tegen het Kopenhagen Akkoord. Ze vonden dat de 25 landen geen besluiten namens hen konden nemen in een achterkamertje. De 14 ontwikkelingslanden die onderdeel waren van de 25 landen noemden ze verraders. Volgens hen is het Akkoord ondemocratisch, onduidelijk, manipulatief, catastrofaal, respectloos, dictatoriaal, beledigend, niet transparant en niet volgens de procedures van de COP. Ze vonden dat de ontwikkelde landen wel triljoenen US$ hebben betaald aan oorlog en om hun banken te redden tijdens de financiële crisis. Waarom kunnen ze dan niet meer betalen voor de klimaatschuld. Het geld dat de ontwikkelde landen aanbieden is niet eens genoeg om koffers te kopen voor hun toekomstige klimaatvluchtelingen, aldus LatijnAmerikaanse landen.

Brazilië zei te hebben geparticipeerd bij de totstandkoming van het document in goed vertrouwen en dat zij het meningsverschil tussen de ontwikkelingslanden respecteert. De vertegenwoordiger van het land deed een beroep op partijen de geest van dialoog en consensus te behouden.

Voor Bolivia is het akkoord geen goed signaal naar de wereld. Als volgens hem de temperatuur 2°C te boven gaat, dan zullen bepaalde landen economisch achteruit gaan. Hij noemt het akkoord verassend en vond dat het geweld doet aan democratische mechanismen. Het document is volgens hem verkeerd en zal de situatie in Afrika ernstig beschaden.

Venezuela zei, dat ze niet bedelt en dat de ontwikkelde landen hun geld in hun zak kunnen houden, want ze kunnen geen principes kopen. Ze heeft het document slechts vier uren in de hand en van haar wordt verwacht dat ze het beoordeelt. De imperiale stempel wordt affedrukt in het document. Haar waardigheid heeft geen prijskaartje, aldus Venezuela.
Barbados die AOSIS voorzit accepteerde het akkoord, maar niet alle landen die zijn aangesloten bij AOSIS waren het eens met de beslissing van Barbados die vond, dat het document niet perfect is, maar wel de basis biedt om emissies te verminderen. De eilanden in de Pacifische Oceaan die worden bedreigd met verdwijning bijvoorbeeld. Tuvalu die nu aan het zinken is en moet overgaan tot evacuatie van de inwoners. Diens president accepteerde het akkoord niet en verzocht de landen terug te gaan naar het originele document en het akkoord te beschouwen als een mis-document.

Ook Marshall Islands was het niet eens. Als je toestaat.dat de landen zinken, dan heb je een heel ras vernietigd, zei de president. Hij zei zich bedroefd te voelen, omdat hij niets mee kan nemen voor zijn kinderen. Hij klaagde dat zijn eiland zo klein is dat het niet eens is aangegeven op de wereldbol in een van de hallen van het Bella Centrum waar de COP werd gehouden.

Ghana ondersteunde het akkoord. Het geeft volgens haar hoop voor de toekomst. Het land zal volgens zijn vertegenwoordiger het document aannemen als een groot resultaat van de COP.
De vertegenwoordiger van de Least Developed Countries (LDC) zei het document te ondersteunen. Het is volgens hem misschien niet ambitieus genoeg, maar hij sprak de hoop uit, dat andere partners door het document geïnspireerd zullen raken om hun doel te bereiken.

Ambassadeur Lumumba Di-Aping van Sudan die G77 voorzit zei tijdens de plenaire van de COP, dat ze een succesvol einde wilden hebben van de COP, maar binnen een week hebben ze hun ideeën verloren. De ontwikkelde landen hebben volgens hem aangedreven om de onderhandelingen volgend jaar te continueren. Eerder kwam hij in het mediacentrum om de journalisten aldaar te woord te staan. Daar kondigde hij het Kopenhagen Akkoord aan als een zelfmoord pact en een economische dominantie van enkele landen. Hij zei dat het Kopenhagen Akkoord niets anders is dan een politieke verklaring.


Ontwikkelde landen eensgezind

De ontwikkelde landen waren voorstander van het Akkoord. De minister president van Denemarken zei dat er toch geen overeenstemming kon worden bereikt over hoofdzaken en dat de Afrikaanse landen het op de spits dreven door steeds meer geld te willen hebben van de ontwikkelde landen. Het lijkt wel smeergelden die ze moeten betalen. Bovendien moeten ze het bedrag ook nog verkopen aan hun belastingbetalers, aldus de minister president van Denemarken. De Verenigde Staten wilden wetenschappelijke bewijs hebben dat Tuvalu aan het verdwijnen is. Volgens hen is er ook geen garantie dat het Kyoto Protocol wordt gecontinueerd.

Geen consensus, dus opties

De COP-president gaf aan, dat het document niet door de COP kan worden aangenomen, omdat de landen het niet eens zijn met elkaar en volgens de reglementen van de COP worden er beslissingen genomen bij consensus. Hij gaf de landen een keuze tussen twee opties. De eerste was, dat zij strikt bij het idee van consensus blijven. De tweede optie was, dat het Akkoord wordt aangenomen en de landen die geen partij willen worden bij deze overeenkomst kunnen dan eruit blijven. De tweede optie was een voorstel van Engeland, anders kunnen de fondsen volgens de vertegenwoordiger van het land, in het document niet operationeel worden gemaakt. Hierna wilde Engeland een schorsing vanwege de COP-procedures. Na een urenlange schorsing kwam er een andere COP-president en werd gekozen voor de tweede optie.

Knelpunten

COP15 heeft ook besloten hetgeen waarover geen overeenstemming kon worden bereikt te verschuiven naar de volgende COP16 die in Mexico zal worden gehouden. In juni 2010 zal er verder worden onderhandeld. Er moet nog overeenstemming worden bereikt hoeveel uitstoot zal moeten worden verminderd. De Europese Unie wil verminderen met 25% tegen 2020, VS wil met 17% verminderen, terwijl de ontwikkelingslanden voorstander zijn van een reductie van 40% beneden het niveau van 1990 tegen 2015. In de concept AWG-LCA-overeenkomst is een startfonds opgenomen van drie jaar lang US$ 10 miljard per jaar hulp voor adaptatie- en mitigatiemaatregelen voor de ontwikkelingslanden, maar de ontwikkelingslanden hebben geschat dat ze gedurende lang termijn US$100 miljard per jaar nodig hebben voor adaptatie- en 100 miljard voor mitigatiemaatregelen. Hierover is ook nog geen overeenstemming bereikt. De conceptovereenkomst volgens het Kyoto Protocol spoor is wettelijk bindend, maar in de LCA-overeenkomst is nog niet opgenomen welke wettelijke vorm de overeenkomst zal hebben, terwijl de ontwikkelingslanden wilden hebben dat de overeenkomst een juridisch bindende overeenkomst moet zijn.

Ontwerpovereenkomsten

De overeenkomst volgens het Kyoto Protocol spoor, waarvan de VS geen deel is, zal het Kyoto Protocol na 2012 aanvullen. Van de overeenkomst volgens het LCA-spoor is de VS wel deel. Ook in deze overeenkomst zijn er nog kwesties tussen 'brackets', wat betekent, dat de landen daarover nog geen overeenstemming hebben bereikt. De LCA-overeenkomst is onmiddellijk na aanneming van kracht, maar de Kyoto overeenkomst is pas van kracht in 2013.

Geen opmerkingen: