donderdag 11 december 2008

Start High Level Segment

Ministers van 189 landen, waar onder de Surinaamse minister Joyce Amarello – Williams van Arbeid Technologische Ontwikkeling en Mielieu (ATM) wonen vandaag de VN-klimaatveranderingsconferentie van de Verenigde Naties in Poznań –Polen bij. Amarello discussieert samen met haar collega’s tijdens een ‘High Level Segment’ over een nieuwe klimaatovereenkomst. Deze overeenkomst zal het Kyoto Protocol, die in 2012 eindigt, moeten vervangen.

De Poznan conferentie die 11.600 participanten heeft getrokken, houdt een halverwege termijn in van onderhandelingen over een ambitieus en effectief internationaal antwoord op klimaatverandering. Over dit antwoord moet in december 2009 overeenstemming worden bereikt in Kopenhagen. Het zal dan van kracht worden in 2013, een jaar nadat de eerste fase van het Kyoto Protocol eindigt.

Volgens Yvo de Boer, UNFCCC Executive Secretary, zal het overeengekomen resultaat geindustrialiseerde landen verplichten om fondsen ter beschikking te stellen aan ontwikkelingslanden. Deze fondsen moeten effectief en transparant zijn. Ze zijn bedoeld om ontwikkelingslanden te ondersteunen in hun pogingen om klimaatverandering te verzachten en om zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.

De Boer zei, dat er een beleidsraamwerk nodig is dat voorziet in duidelijkheid over doelen, financiële ondersteuning en instituten.Een belangrijke gebeurtenis tijdens de ‘high level segment’ is de ministeriële ronde tafel over de gedeelde visie met betrekking tot lange termijn samenwerkende acties op het gebied van klimaatverandering.



Een deel van de Surinaamse delegatie bestaande uit: Theresa Elder,
vertegenwoordiger van ATM en Silvia Ang, beleidsadviseur ROGB.

De ronde tafel is volgens De Boer een belangrijke gelegenheid voor zowel ministers als hoofden van delegaties om te kijken welke soort mechanismen nodig zullen zijn voor financiën, technologie en capaciteitsversterking om emissies te verminderen en het hoofd te bieden aan onvermijdelijke effecten van klimaatverandering.

Het Kyoto Protocol kwam in 1997 tot stand en heeft 183 lidstaten, waar onder 37 staten bestaande uit hoog geindustrialiseerde landen en landen die een transisite process ondergaan naar een markteconomie.

woensdag 10 december 2008

Stand van Zaken

De tweede fase van COP14 is bijna geeindigd... Veel is al besproken en opgelost. Volgens Yvo de Boer een half uur geleden in een persconferentie zijn er nog twee kwesites outstanding, maar wel dichtbij finalisering. De eerste kwestie is het adaptatie fonds, waar direkte toegang voor ontwikkelingslanden zeer belangrijk is. De tweede kwestie is of ‘carbon capture and storage’ uitgebreid of beperkt zal worden toegestaan als een pilot of als een definitieve beslissing onder de Clean Development Mechanism.

Alle conclussies en beslissingen zijn reeds voorbereid en de verschillende lichamen van de COP zijn ze nu bezig die te finaliseren. Overall ziet alles er volgens De Boer goed uit., zodat wanneer de ministers arriveren zij zich tijdens een ronde tafel kunnen concentreren op de ‘shared vision of actions’die hij hoopt een sterke signaal zal sturen op het gebied van samenwerking, aanmoediging en op de bereidwilligheid samen te werken en het werk op tijd te complementeren voor de Copenhagen deadline.


Adaptatiefonds

Klimaatverandering heeft volgens informatie van UNFCCC, de potentie ontwikkelingslanden terug te duwen tot armoede en vele van hun verworvenheden te ontnemen. Deze landen hebben assistentie nodig om zich te kunnen aanpassen aan klimaatverandering. Assistentie op het gebied van capactiteitsversterking, financien en technologie. Adaptatie is daarom een van de centrale benaderingen in het internationaal klimaatveranderingsproces en het heeft financiering nodig. Zonder een dergelijke financiering zal de mensheid het hoofd moeten bieden aan stijgende kosten en grotere risico’s in de toekomst, inclusief conflicten vanwege schaarste aan hulpbronnen zoals water, voedsel en energie en mogelijke groot schalige bevolkings migratie, met een enorm aantal personen die zullen moeten worden getransmigreerd vanwege het milieu (milieuvluchtelingen), aldus UNFCCC informatie.

De huidige bronnen van de Official Development Assistance (ODA) zijn volgens schattingen van UNFCCC, IPCC en de Wereldbank onvoldoende om adaptatie noden te dekken. Daarom hebben de partijen besloten een adaptatiefonds op te richten.

Het probleem nu is wie het fonds gaat beheren. De ontwikkelingslanden hebben problemen met het feit dat het adoptatiefonds zal worden beheerd door de GEF. Volgens hen is GEF te bureaucratisch en heeft een heleboel regels en procedures. Ze willen dat het adoptatiefonds direkt valt onder de UNFCCC. Monique Barbut, CEO en voorzitter van GEF, heeft gisteren wel gezegd dat de GEF zal worden vernieuwd en omgeschakeld tot een meer toegankelijk instrument.

Het adaptatie fonds wordt gefinancierd door een 2% levy van de CER’s (Certified Emission Reductions) uit Clean Development Mechanism (CDM) projekten, vrijwillige bijdragen en toezeggingen van ontwikkelde landen. Het fonds is nog niet operatief, maar wordt op dit moment nog gevormd. Nu wordt er nog gediscussieerd over zijn legale status. Er zijn ontwikkelde landen die niet zo happig zijn om geld te stoppen in het fonds en enkele ontwikkelingslanden hebben ze gezegd, dat ze het geld in het fonds niet moeten zien als een geschenk, maar als een schuld, aangezien ontwikkelingslanden niet de oorzaak zijn van klimaatverandering.

De minister-president van Tuvalu heeft vandaag in zijn openingsrede tijdens de 'high level segment' gezegd, zich ernstig zorgen te maken over de manier waarop onderhandelingen over de adaptatie fonds zich voltrekken op de conferentie. Volgens hem SIDS heeft net als Tuvalu dringend direkte toegang tot het fonds nogi en snelle voorschotten, omdat ze reeds te lijden hebben van de effecten van klimaatverandering. Het lijkt hem echter dat sommige belangrijke geindustrialiseerde landen het adaptatiefonds ontoegankelijk trachten te maken voor degenen die dat het meest nodig hebben. ,,I am compelled to say that we are deeply disappointed with the manner some of our partners are burying us in red tape. This is totally unacceptable,. The most vulnerable countries to the impacts of climate change must be able to access this fund without delay. We do not want the Adapatation Fund to turn into alle the other funds adminstered by the Global Facility, where the only countries that can properly access the funds are the one that can afford consultants and UN agencies to write lengthy and endless project proposals and work their way through metres of red tape and suriveve lengthy delays", aldus de minister-president tevens minister van Buitenlandse Zaken van Tuvalu vandaag tijdens de opening van de high level segment.

Een cruciale stap voorwaarts

De onderhandelaars op de VN-klimaatconferentie hebben in een gesloten vergadering een voorlopige akkoord bereikt, dat naties inheemsen een stem moeten geven in de discussies over hoe broeikasgasemissies uit ontbossing en degradatie te verminderen. Tevens zijn ze overeengekomen, dat verdragen over internationale rechten moeten worden erkend.


Het Environmental Defense Fund (EDF) heeft de klimaatonderhandelaars geprezen voor deze overeenkomst. “This is a crucial step forward. Is it everything indigenous people want and deserve? No but it guarantees talks will advance and indigenous groups will be heard,” zei Steve Schwartzman, EDF’s directeur voor tropische bosbeleid.. “If we can’t find ways to compensate nations that slow deforestation, then tropical forests will be gone. That’s bad for the climate and for the people who live in the forest.”


Onderhandelingen over het opnemen van ontbossing in de klimaatonderhandelingen die door de VN worden gesponsord hadden gisteren een impasse bereikt. Een van de voornaamste punten was of, wanneer en hoe inheemse rechten te erkennen in de voorstellen om ontbossing te reduceren. De bereikte overeenkomst zal worden overhandigd aan de ministers die donderdag op de ‘high level segment’ bij elkaar zullen komen.

Inheemsen protesteren tegen verwijdering rechten uit REDD

Inheemsen, Locale gemeenschappen en NGO’s die de vorderingen in de onderhandelingen in Poznan op de voet volgen, zijn buiten hun zinnen, omdat de kwestie over rechten werd geschrapt uit alle besluiten over REDD (Reduced Emissions from Deforestation and Forest Degradation).

Ze zijn geïrriteerd geraakt, nadat de Verenigde Staten, Australië en Nieuw Zeeland tegenstanders bleken te zijn van het opnemen van erkenning van rechten van inheemsen en locale gemeenschappen in een besluit over REDD die gisteren werd genomen door regeringsdelegaties op de VN-conferentie.

Deze vier landen (bekend als de 'CANZUS Group') willen REDD wel opnemen in de toekomstige klimaatveranderingsovereenkomst, maar ze zijn tegenstanders van het beschermen van de rechten van inheemsen en andere bosbewoners die direct zullen worden beïnvloed door REDD-maatregelen. In de discussies persisteerden deze landen gisteren, dat het woord ‘rechten’en verwijzingen naar de VN-verklaring over de rechten van inheemsen moeten worden verwijderd uit de tekst.

Dit is volgens een protest verklaring van de inheemen, volledig onacceptabel voor de inheemsen, locale gemeenschappen en ondersteunende NGO’s, aangezien de bossen die het mikpunt zijn van REDD, die bossen zijn, die inheemsen duizenden jaren hebben behouden en beschermd. De rechten van degenen die wonen in het bos om deze rol te blijven vervullen moeten worden erkend door de UNFCCC-partijen. Elke REDD mechanisme dat de rechten van inheemsen en locale gemeenschappen niet erkent zal mislukken, aldus de verklaring. Daarom eisen zij dat er een verwijzing naar de rechten en de VN-declaratie over de rechten van Inheemsen opnieuw worden opgenomen in het concept COP14 besluitentekst over REDD.

dinsdag 9 december 2008

Uitgebreid verdrag zal misschien niet komen in 2009

De top VN-klimaatverandering functionaris zei vandaag tijdens een persconferentie, dat internatonale besprekingen niet snel genoeg vorderingen maken, om tegen het einde van volgend jaar een uitgebreid verdrag te kunnen produceren om mondiale verwarming tegen te gaan.

Teveel kwesties blijven onopgelost, zei Yvo de Boer, executieve secretaris van de UNFCCC. Delegaties van ongeveer 190 landen zijn bijeen gekomen in Poznan, een stad in Polen, om tot 12 december te onderhandelen over een nieuw verdrag om broeikasgasemissies te verminderen en te strijden tegen klimaatverandering. Het Kyoto Protocol zal immers aflopen in 2012. De landen zijn van plan eind december een finale overeenkomst te tekenen op de UNFCCC-conferentie te Kopenhagen.

“We’re working under a very tight timeline,” zei de Boer. “I don’t think that where we are now that we are going to be able to produce a fully elaborate and comprehensive agreement in Copenhagen.” Toch zei hij, dat tijdens deze COP14 een of andere akkoord geproduceerd en geratificeerd zou kunnen worden, dat aannemelijk is voor de naties.

De delegaties in Poznan werken aan een ‚shared vision’ dat vorm zal geven aan de mogelijke tekst van dit verdrag. Deze blauwdruk zal misschien geen sterke verplichtingen omvatten omtrent het verminderen van broeikasgassen door ontwikkelde landen, zei, Harlan Watson, het hoofd van de delegatie van de Verenigde Staten, vorige week.

Ontwikkelingslanden hebben de geindustrialiseerde landen opgeroepen eerst acties te ondernemen, aangezien zij historisch de grootste uitstoters zijn van broeikasgassen. .

De delegaties bediscussieren ook kwesties over hoe fondsen te kanaliseren naar arme landen om hen te helpen zich aan te passen aan de effecten van klimaatverandering, hoe landen te rewarden om emissies uit ontbossing te vermijden en hoe schone energie technologieën zoals windkracht en zonne energie te brengen naar de ontwikkelingslanden.

Suriname ondersteunt REDD volledig

De Surinaamse delegatie heeft in verklaring tijdens de veertiende verrgadering van de partijen die zijn aangesloten bij UNFCCC (COP14) angegeven REDD (Reduced Emissions from Deforestation and Forest Degradation) volledig te ondersteunen.

REDD is een mechanisme om mondiale broeikasgas emissies te verminderen door landen te compenteren voor het vermijden van ontbossing en degradatie.. Dit mechanisme werd vorig jaar tijdens COP13 te Bali aangenomen en staat hoog op de agenda van COP14

Bij monde van Marlon Hoesein, onderdirekteur van ROGB benadrukte het land haar positie als HFLD (High Forest Low Deforestation)-land. International displacement of emissions can only be prevented, if a regime is devised that will attract global participation and mutual commitment. Such a regime must provide for sufficient positive incentives to countries with a high forest cover, combined with a low deforestation rate. In this respect, various approaches should be considered, to cover different national circumstances. We are of the opinion that the conservation of existing forests, as well as, the protection and enhancement of carbon reservoirs in existing forests, must be included in any regime that should lead to global reduction of emissions, from deforestation and forest degradation. Sustainable forest management should be part of all efforts, in this regard, to ensure permanence……. The Republic of Suriname fully supports the establishment of a REDD regime with a broadened scope, that will allow for flexible approaches in establishing emission reference levels by low deforestation countries and that will include conservation, as well as, the protection and enhancement of carbon reservoirs in existing forests.”

Alhoewel Suriname geen rechtstreeks profijt heeft van REDD geeft het land toch zijn volle ondersteuning, omdat het volgens minister Maickel Jong Tjien Fa als HFLD-land tot een minderheid behoort. ,,Ook als minderheid moeten wij een network vormen. Wij beseffen dat bos onze grootste natuurlijke hulpbron is. Dat betekent dat wij moeten participeren, mee bepalen, mee denken hoe het post Kyoto Protocol eruit gaat zien.,”zegt de bewindsman. Hij was enkele dagen aanwezig op de COP14. omdat zijn ministerie het vakministerie is die verantwoordelijk is voor het bosbeheer in Suriname..

Hij sprak met verschillende organisatie van Europese landen en andere donorlanden die zijn geinteresseerd om verder met ons een wetenschappelijke aanpak te geven aan het bosbeheer. ,,Wij moeten aangeven hoeveel carbon wij als sink absorberen en hoeveel CO2 wij afstoten. Wij weten dat wij weinig vervuiling hebben, maar wij noeten dat ook kunnen aantonen. Wij hebben een hele discussie gehad over de technologie. Over Welke type technologie gaan wij gebruiken om te kwantificeren wat wij hebben in onze bossen. En daar maken wij vooruitgang,” zegt de bewindsman.

Hij geeft aan de bossen niet te verkopen, maar na te gaan hoeveel de biiodiversieit en de ecologische diensten zoals waterleverancier, zuurstofleverancier het kunnen opleveren en op welk niveau die kunnen worden verzilverd. ,,Wij hebben enorm veel bos beschermd en geconserveerd.. Wij kijken nu naar de financiele compensaties. Nu is het de tijd te incasseren. Wij horen de kassa wel nog niet rinkelen, maar het is een proces,” zegt Jong Tjien Fa. . Hij geeft aan ervoor te zullen zorgen dat Suriname prominent in Ciopenhagen aanwezig is en dat de Surinaamse delegatie op de voorste rij zal zitten van landen die enorm veel bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering en overal aanwezig zal zijn waar beslissingen zullen worden genomen over de klimaatvoereenkomst die het Kyoto protocol in 2012 moet vervangen..

Betrokkenheid Binnelandbewoners

Voor wat de betrokkenheid van de binnenlandbewoners betreft, zegt hij dezen zoveel mogeijk te zullen betrekken bij het proces door hen van tevoren te informeren. ,,Ze zijn onze gidsen, want ze hebben ons het bos mee helpen beschermen en ze vertoeven al eeuwen in onze bossen en daarom verkeren de bossen in deze goede positie. Dus het is noodzakeijk dat zij een van de grootste belanghebbenden zijn,”zegt hij en benadrukt dat de binnenlandbewoners neit de enige belanghebbenden zijn, maar ook de rest van de samenleving. Suriname wordt in haar verklaring ondersteund door Amerika, Europa en landen zoals Guyana die in dezelfde bosgordel voorkomen.

Op donderdag 11 december zal er gedurende een high level segment een informele ministeriele ronde tafel worden gehouden voor een gedeelde visie over lang termijn samenwerkende acties. Minister Joyce Amerello-Williams zal ook aanwezig zijn. .. De ronde tafel zal de ministers in staat stellen hun gezichtspunten uit te wisselen over hoe ze van plan zijn te samen werken om klimaatverandering tegen te gaan. Om de ministers te assiteren heeft de president van COP14 een document met achtergrond informatie voorbereid, zie zal moeten helpen om het debat vorm te geven. Het document omvat een aantal kwesties waarop de discusies zich zou moeten richten, inclusief het belang van een uitgebreide gedeelde visie voor lang termijn acties op het gebied verzachting en zich aanpassen aan klimaatverandering en het creeeren van een geschikte financiele en technologische ondersteuning op de nodige acties mogelijk te maken.. De president zal dan op vrijdag 12 december een samenvatting uitgeven van de ronde tafel discussie om op te nemen in het rapport over COP 14.

Indigenous people call for suspension REDD-projects

The International Forum of Indigenous Peoples on Climate Change (IFIPCC) has urged the UN Climate Summit in Poland to suspend all REDD (Reducing Emissions from Deforestation and Degradation) projects, until the rights of indigenous peoples are guaranteed.

The Forum also called for the creation of an Expert Group on Climate Change and Indigenous Peoples within the UN Framework Convention on Climate Change to ensure that their rights and concerns are taken into account in the UNFCCC processes.
“While we are very happy that governments are seemingly supportive of our rights, we are dismayed at the slow progress of adopting a mechanism that ensures our participation at the UNFCCC,” says Pashuram Tamang, chairperson of IIPFCC. “This is especially in view of the developments related to REDD.”

The International Forum of Indigenous Peoples on Climate Change (IFIPCC) has demanded that the UN Climate Summit in Poland should suspend all REDD (Reducing Emissions from Deforestation and Degradation) projects, until the rights of indigenous peoples are guaranteed.
The Forum also called for the creation of an Expert Group on Climate Change and Indigenous Peoples within the UN Framework Convention on Climate Change to ensure that their rights and concerns are taken into account in the UNFCCC processes.
“While we are very happy that governments are seemingly supportive of our rights, we are dismayed at the slow progress of adopting a mechanism that ensures our participation at the UNFCCC,” says Pashuram Tamang, chairperson of IIPFCC. “This is especially in view of the developments related to REDD.”

The Collaborative Partnership on Forests (CPF) also delivered a statement to Yvo De Boer, Executive Secretary of the UNFCCC, in which it called for urgent action to reduce deforestation and for a new international agreement for a REDD mechanism that would reduce emissions and also protect the rights of and provide benefits to people who depend on forests for their livelihoods.

Talks on reducing emissions from deforestation in developing countries started at COP 11 in Montreal in 2005, with a proposal on the issue by Papua-New Guinea and Costa Rica. Parties recognized the importance of the issue in relation to addressing climate change, particularly in light of the large contribution of deforestation activities in developing countries to global greenhouse gas emissions.

Reducing emissions from deforestation in developing countries is now a central issue in COP 14, given that deforestation contributes up to 20% of global CO2 emissions. Developing countries want to include REDD as a new mechanism in the post-Kyoto agreement that will frame a new international climate treaty after 2012. However, the issue of REDD remains problematic for indigenous people.

The IFIPCC says indigenous peoples see the current lack of a formal consultative process for them within the climate change negotiations as evidence that REDD will be contrary to the UN Declaration on the Rights of Indigenous Peoples, which was adopted by the UN General Assembly in 2007. “We are especially amazed that these parties who now do not want us to participate in the UNFCCC are the same parties that have adopted a document that clearly recognizes the rights of indigenous peoples,” says Adam Kulet Ole Mwarabu, a delegate from Tanzania.

Victoria Tauli-Corpuz from the UN Permanent Forum on Indigenous Issues (UPFI) does not think the parties at the conference will discuss the IFIPCC statement in the negotiations. So UPFI will take the UN declaration as a framework to address climate change in the Convention.
“If they talk about forests, then they have to recognize our rights,” she said. "At least then the rights issue is discussed in the negotiations. Until now the UNFCCC is only technical. It does not have a human face. The parties don’t talk about the most vulnerable people.”

Forest Value

Max Ooft, technical assistant of the International Alliance of Indigenous and Tribal People of the Tropical Forest, agrees that the UNFCCC needs to include indigenous people, because they too feel the effects of climate change.
“Indigenous people also suffer from floods and droughts in the forests where they live,“he says.”Crops which are not resistant against climate change could die out; certain shifts in animal populations are already palpable. Indigenous people are most affected, because they depend directly on nature. Therefore our point of view has always been that indigenous people have to participate directly in the negotiations.”

Ooft says forests are now high on the agenda of the UNFCCC because they have the ability to absorb CO2. He thinks it is a disadvantage that forests are commercialized.
“People just look at the economic value of forests. In the past they were only for logging, but now one sees that logging is not the only way to make money out of the forests. From an indigenous view we say that you cannot look at their economic value alone, because they have more value than that. You cannot see them as separate from the lives and culture of indigenous people. They also have spiritual, medical and food value. These aspects must be taken into consideration,” says Ooft. ` He emphasizes that one of the important issues is the question of who owns the forests and who takes the decisions. "Until now it is governments who decide on forests, but indigenous people always said let’s talk about land rights first. It is indigenous people who first inhabited the land, and they have the right to the areas where they have lived for centuries.”
Some countries have already recognized the land rights of their indigenous people. Bolivia for example has adopted the UN Declaration on the Rights of Indigenous Peoples as part of its national law.

Een leuke avond

Bij aankomst van de minister van Ruimtelijke Ordening en Grondbeheer (ROGB) op COP14 hadden wij een leuke avond. Hij was er maar voor drie dagen om te lobbyen en om de forest day, een side event, te bezoeken. Hij had alle Surinamers die op COP14 aanwezig waren uitgenodigd voor een ‘get together’.

Ik was blij met die uitnodiging, want dan had ik een free meal.’ Wij ontmoetten elkaar in één van de vele restaurants van de conferentie voor een etentje, maar die waren al gesloten, dus pakten wij met zijn allen de tram en vertrokken naar een oud gedeelte van Poznan om traditoneel te eten. De Surinaamse COP14 delegatie (vlnr: Cedric Nelom (NIMOS), Theresa Elder (ATM), Silvia Ang (ROGB), Marie Josee Artist (NGO), Monique Essed-Fernandes (WEMO), Maickel Jong Tjien Fa(Minister ROGB), Rachael van der Kooye (STVS), Marlon Hoesein (ROGB).

Ik had rollade besteld, die zwart bleek te zijn en naar niets smaakte. Daarom waren mijn blikken gekluisterd op het bord van Cedric Nelom (NIMOS) en Marlon Hoessein (ROGB), die smulden van hun dood normale vis filet. Monique Essed-Fernandes, Silvia Ang. Theresa Elder en Marie-Josee Artist waren er ook bij. Marie-Josee had zoveel gegeten dat ze moest braken. Gelukkig had de minister dat snel door en gaf haar vlug een glas, waarin ze haar braaksel kwijt kon. Bij vertrek verontschuldigde ze zich met een schuldig gezicht bij de obers, die haar afkeurend aankeken, want ze had hen meer werk bezorgd..

De minsiter die een zeer geestige en onderhoudende gastheer bleek te zijn, had eigenlijk nog geen zin om naar huis te gaan. Hij wilde gaan partyen bij een NGO die een feest voor alle delegatieleden gaf. Maar er was een lange rij om binnen in het feestgewoel terecht te komen Je kan je voorstellen hoe druk het was met 11.000 COP14 particpanten. De lange rij kiekte ons af, dus gingen wij maar naar huis met een taxi. De minister had zo een pech een taxi te pakken die hem te veel geld vroeg. Alle prijzen werden te Poznan opgeschroefd, vanwege de conferentie. Ook de taxiprijzen

maandag 8 december 2008

Protest tegen kolenmijnen

Wij hebben het Osrowskie meer in de Wielkoposka Regio bezocht, waar de lokale bevolking in opstand komt tegen het mijnen van kolen in hun omgeving door KWB Konin Mijn, omdat ze geloven, dat het onttrekken van kolen een daling veroorzaakt in het waterpeil van naburige meren.

Volgens informatie veroorzaakt echter klimaatverandering waterproblemen in Wielkopolska. Elk jaar valt er steeds minder regen, waardoor het waterpeil daalt en de vegetatie verandert. Dit alles beinvloed gewassen – armoedige oogsten van aardappelen en verbeterde omstandigheden voor het verbouwen van mais. Aangezien er geen bedreiging is van gebrek aan water voor consumptie in de nabije toekomst, wordt van boeren verwacht hun produktie aan te passen aan de veranderde situatie.

Er zijn vier open kolenmijnen in Poznan die bruine kolen onttrekken aan de natuur. De meeste van de kolen (96%) voorzien de krachtcentrales in het gebied van kolen, bijvoorbeeld Elektrownia Patnow – Adarnow, de tweede grootste producent van electriciteit in Poznan verkregen uit bruine kolen.

Lokale bevolking

De lokale bevoling geeft de schuld van de waterpeildaling aan de KWB Konin Mijn. Volgens Jozef Draskowski, voorzitter van de Lake District Associationhttp://www.przyjezierze.org/, bereikte het water eerst een bosrand, maar nu heeft het waterpeil zich zodanig teruggetrokken, dat er een breed strand is ontstaan. Hij beschuldigt de kolenmijnwerkers ervan, de ondergrondse wateren die het meer vulde te hebben afgetapt voor eigen gebruik. Ook vindt hij dat de kolenmijn het water verontreinigd, waardoor ze het niet meer kunnen gebruiken. De lokale bevolking heeft een onderzoek laten doen, dat volgens hem uiwees, dat de mijn de schuldige is.

Ze hebben getracht hun aanklacht te doen bij de lokale overheid, maar dat was aan dove mans oren gezegd. Nu hebben ze een jurist in de hand genomen en willen eigenlijk de verantwoordelijken van de kolenmijn voor de rechter slepen. Echter hebben ze geen vertrouwen in de rechters, omdat die volgens Draskowski op een lijn staan met de overheid en de mijn. Op 15 november 2008 hebben ze zich aangesloten bij Greenpeace, die nu tijderns de COP14 demonstreert tegen het mijnen van kolen.

Greenpeace

Na het meer te hebben bezocht en te hebben gesproken met Draskowski, bezochten wij de Climate Rescue Station van Greenpeace, nabij de KWB Konin mijn. Greenpeace http://www.greenpeace.org/internationalwil dat de kolenmijnen worden gesloten, omdat die behalve voor verontreiniging van meren zorgt, ook de lucht verontreinigen door de kleine stofdeeltjes die vrijkomen in de atmosfeer bij het transporteren van de kolen naar de energiecentrale. De milieu organisatie wil ook, dat de energiecentrale gebruik maakt van hernieuwbare energie. Enkele experts van Greenpeace zijn geklommen in een van de schoorstenen van nabije een energiecentrale om een spandoek op te hangen. Op dit moment kan niemand hen verwijderen, omdat er geen deskundige klimmers aanwezig zijn.

Persconferentie

Na de lokale bevolking en Greenpeace te hebben aangehoord, gingen wij naar een persconferentie van de vertegenwoordigers van de kolenmijn en de lokale overheid. Aanwezig waren: Slawomir Mazurek, de president van de KWB Konin kolenmijn http://www.kwbkonin.pl/index.php/, Maciej Daborski, parlementslid van de Wielkoposka region, Janusz Wisniewski (hoofd van het Poznan Departement of Institute of Meteorology and Water). Volgens hen demonstreert Greenpeace niet in andere Griekenland, waar de situatie hetzelfde is, maar maakt gewoon gebruik van COP14 om te protesteren. Volgens deze genereert Polen 90% van haar energie uit kolen, omdat dit tot nu toe de goedkoopste manier is om energie op te wekken.

Ze hebben zoals het overgrootste deel van de Europese landen de kennis van hernieuwbare energie niet, maar zodra ze die kennis hebben zullen ze stoppen met het genereren van energie uit kolen. Ze zijn zich ervan bewust zich deze kennis eigen te moeten maken, omdat de kolen eens op zullen raken.

Ze betwijfelen het dat de kolenmijn de oorzaak is van het dalen van de waterpeil van het meer. Volgens hen kan de daling de oorzaak zijn van klimaatverandering. Ze zeggen ook een onderzoek te hebben laten instellen en volgens dat onderzoek is de kolenmijn niet de oorzaak. Volgens hen tappen ze water uit een kunstmatige meer en lozen ze dit watet weer naar dit meer, wat de circel rond maakt. Het eerste water hebben ze aan de rivier onttrokken. De

vrijdag 5 december 2008

Stand van Zaken COP14

Stand van zaken COP14

Er gebeurd veel hier op COP14. Je wordt doodgeslagen met informatie. Per dag zijn er tientallen persconferenties van de officiële Poolse organisatie, NGO’s en burger groeperingen. De laatsten volgen de onderhandelingen kritisch en laten tijdens hun persconferenties ook kritische geluiden horen. Ze vinden bijvoorbeeld dat die vergaderingen te lang duren en dat de partijen niet klaar zullen komen vóór 12 december.

De Poolse minister van milieu, Maciej Nowicki, heeft vandaag tijdens een persconferentie, de stand van zaken gegeven van de COP. Volgens hem is de conerentie verdeeld in 3 fasen. De eerste fase is drie tot vier dagen, waarin landen de gelegenheid hebben hun verklaringen over agendapunten te presenteren. In de tweede fase zullen zij conceptdocumenten voorbereiden, die aan hun ministers zullen worden aangeboden. In de derde fase zullen de mnisters de documenten bediscussieren en goedkeuren, aldus Nowicki.

Gedeelde visie

De bewindsman zei, dat het belangrijkste doel van de COP de gedeelde visie is over bescherming van het klimaat op aarde. Het gaat volgens hem niet alleen om de vermindering van broeikasgassen, maar het gaat ook om hoe zich aan te passen aan klimaatverandering, hoe technische mechanismen te otnwikkelen, hoe technologie over te dragen aan ontwikkelingslanden, hoe de ontwikkelingslanden zullen worden gefinancierd, hoe financieringsbronnen te vergroten, hoe ontbossing te stoppen, hoe een begin te maken met herbebossing en hoe locale specialisten te trainen in de aspecten aangaande klimaatverandering.

Nowicki gaf aan, dat partijen er alles aan om een solide basis te leggen voor de overeenkomst die zal worden ondertekend in Copenhagen. Van de verschillende voorzitters van de vergadering zei hij bericht te hebben gekregen dat alles op wieletjes loopt. Hij zei nog dat er 11.000 participanten zijn geregistreerd, 1000 journalitsten en dat er 34 conferentieruimten zijn.

CDM

Er zijn landen die klagen, dat CDM-projekten geogragisch niet goed zijn verdeeld. Er zijn al 1200 projekten uitgevoerd en Afrika klaagt dat er geen enkele is uitgevoerd op hun continent. Men zegt dat Afrika een ‘lost continent’ is, omdat ze op alles achterloopt.. China, India en Brazilie hebben de meeste CDM-projekten uitgevoerd. Clean Development Mechanism, is een mechanisme van het Kyoto Protocol om broeikasgassen te verminderen.

Does the UN climate convention ignore gender?


Women’s organizations at the UN climate talks in Poland, COP14, are concerned about the treaty which underlies the meeting, the United Nations Framework Convention on Climate Change, because they say the convention has no human face and no social dimension. They say that it is one of the few global conventions in which women and gender issues are not mentioned, and that it therefore clashes with other UN conventions such as that on biodiversity.

Women now want to make sure that they are included in the agreement which is expected to be reached a year from now at the next round of climate talks, in Copenhagen. In COP14 many are now working as a team to make sure that gender issues are incorporated in the climate agreement expected from Copenhagen to replace the present global climate treaty, the Kyoto Protocol. “Many studies have been done… including after recent disasters - which prove that the impact on women is great”, said Monique Essed-Fernandes, interim director of the Women’s Environment and Development Organization (WEMO) http://www.wedo.org/ "Women are also the ones who know the best how to adapt to the impact of climate change. They are the ones who plant. They are the ones who take the decisions. Who decides to save energy by telling the children to turn off the light? Women.”

Commonsense

According to Tracy Raczek, the public affairs specialist of UNIFEM, the United Nations Development Fund for Women, it is basically commonsense to include all stakeholders in the negotiations of COP14, including women and women’s concerns. "Women’s potentials and contributions should be included, because we they are half the world’s population, so they have half the skills, half the needs and if their needs are incorporated and they are allowed to contribute in the decision-making process the entire negotiations will be more productive, adaptation policies will be more effective, and mitigation networks will be more effective,” she said.

Work plan

The women’s organizations have a large work plan and one of the topics they are working on is to provide an orientation for UNFCCC delegates on the issue of gender and climate change. “We had a training session yesterd,”said Rebecca Pearl, coordinator at the Global Gender and Climate Alliance (GGCA) http://www.gender-climate.org/ ,”where we brought forty delegates together and we taught them about what are the gender implications of adaptation, what does that mean in terms of when a disaster hits. What are the gender implications when men and women have different responsibilities on the ground? And mitigation, men and women have different roles in the area of mitigation. For instance there are a couple of initiatives happening where women are planting trees and also doing energy projects that could be contributing to reducing emissions.”

Next Week’s Meeting

Next week during the high level segment of COP14 women will have a meeting with women ministers of environment, who were brought together in WEMO by Gro Brundtland, a Norwegian politician and international leader in sustainable development. She now serves as a special envoy on climate change for the United Nations Secretary-General Ban Ki-moon. The women will talk about financing mechanisms, because they reckon with the fact that women are playing a role in the UNFCCC and that they have to be included in adaptation and mitigation. Wangari Matai, Nobel Prize winner and one of the founders of WEDO, will share her vision on this area via a video conference.

donderdag 4 december 2008

Wel en wee zover

Ik kan mij soms zo ergeren aan officiële Surinaamse delegatieleden.Altijd houden ze hun informatie zo angstvallig vast, terwijl die al de wereldkundig is gemaakt. De Surinaamse delegatie heeft een verklaring uitgegeven op de tweede dag van COP14.. Wel...., om aan die verklaring te komen, is een hell of a job’’. Ik ben al twee dagen bezig om die te krijgen. Ik heb Marlon Hoessein – degene die die verklaring heeft voorgelezen - wel al ontmoet en gevraagd, maar hij moest eerst aan zijn hoofd van de delegatie vragen of hij mij die verklaring mocht geven. Natuurlijk heb ik hem niet meer ontmoet en het kost mij uren van mijn waardevolle tijd om hem te lopen zoeken om weer te vragen. Irritant! Overal, van iedereen en van elke delegatie krijg ik direkt alle informatie. Maar van Suriname? Mijn God mang! Het is zo moeilijk om dan een artikel over Suriname op de COP te schrijven voor het Surinaams publiek. Internationaal is geen probleem.

Ontmoeting

Heel leuk vond ik het een Surinaams-Nederlandse militair te ontmoeten bij de Security Forces. Wendel Abagie is zijn naam. Hij woont al 29 jaar in Nederland en is aangesloten bij de Special Forces van de lucht mobiele brigadie. Aangezien Nederland participeert in het veiligheidssysteem van COP14 is hij geselecteerd om hier te helpen. Wij hebben nog een beetje kunnen kletsen met elkaar.

Veel Informatie

Er gebeurd zoveel tegelijkertijd hier bij de COP14. Er zijn vele zijdelingse gebeutenissen van maatschappeliljke groeperingen en NGO’s. Tentoonstellingen, persconferenties, demonstraties etc. Het gebouw waarin de COP wordt gehouden is kolossaal en telkens als ik specifieke informatie nodig heb of een persconferentie wil bezoeken moet ik lange afstanden afleggen en vele traptreden oplopen, voordat ik ben waar ik wil zijn. Ik denk dat ik aan het einde van die COP enkele kilo’s ben afgevallen. Er zijn tientallen vergaderzalen waar delegatieleden zich terug trekken in werkgroepen om bepaalde issues in klein verband te bespreken, alvorens ze naar de algemene vergaderzaal gaan voor een verklaring.

De issues gaan over: mitigation, adaptation, REDD, emissievermindering, bosbouw, lange termijn samenwerkingsacties, fossiele brandstoffen, adaptatie fonds, technologische overdracht en financiering) Er is zoveel informatie op papier dat ik niet alles wil hebben, want ik ga die toch niet met mij mee kunnen nemen naar Suriname. Aangezien de Surinaamse delegatie samenwerkt met SIDS en G77 en China, richt ik mij op die groepen.

Er wordt ook behoorlijk politiek gespeeld in de COP. Een volgende keer geef ik een voorbeeld hiervan. In elk geval heb ik van Hoessein geleerd mij niet te focussen op het feit, dat Suriname een heleboel bos heeft en dat wij onze bossen langer dan vijftig jaar duurzaam hebben beheerd – zoals de president dat zegt op VN-conferenties-, dus betaling willen hebben voor bosbehoud. Men zou mij immers kunnen zeggen dat wij een kleine bevolking hebben, dus natuurlijk nog een heleboel bos over hebben.

dinsdag 2 december 2008

Opening COP14

Gisteren was de opening van de 14e klimaatveranderingsconferentie (COP14). Ik haaste mij naar de ruimte waar plenaire vergaderingen warden gehouden en keek direct uit naar de Surinaamse delegatie . Ik wilde foto’s maken van de delegatieleden (voor de krant) en ook videio bielden van hen opnemen voor de televisie om via STVS te vertonen als ik terug in Suriname ben. Jammergenoeg kan ik de beelden niet versturen, want STVS heeft geen breedband. Het zou dus uren duren voordat ik de beelden kan versturen en daarvoor heb ik geen tijd.

Halsreikend keek ik dus uit naar mijn delegatieleden. Ze schitterden van afwezigheid. Ik moest echter wel een foto hebben van de plenaire vergadering voor Suriname, dus liep ik naar hun zitplaatsen, waar het bordje van Suriname staat met twee lege stoelen erachter.

Eigenlijk mocht ik – volgens de security – geen foto’s maken in die ‘section’, maar natuurlijk deed ik alsof ik het niet wist. Voor mij waren de foto’s belangrijk. Ik liep dus naar die ‘section’waar mijn landgenoten zouden moeten zitten en maakte enkele foto’s van die lege stoelen, totdat ik achter mij een fijn stemmetje hoorde van een vrouwelijke ‘security’, die zei: ,excuse me, but you are not allowed to make pictures here”. Ik zei “Yeah..., Yeah...” en liep op mijn gemak weg, want ik had toch mijn foto’s al.

Na de plenaire bleef ik uitkijken naar de delegatieleden en ontmoette toen mijn dochter, die een van de delegatieleden is. Ik klaagde waarom de Surinaamse delegatieleden niet tijdens de plenaire aanwezig waren en ze kwam met allerlei verontschuldigingen van het verliezen van koffers en het te lang bij de registratie en allerlei dingen. En natuurlijk waren ze er – volgens mijn haar - wel voordat de plenaire was afgelopen. In elk geval had ik ze niet gezien.

Ze werken wel hard en maken lange dagen, want ze zitten in verschillende werkgroepen en vandaag hebben ze een verklaring uitgegeven over bossen. En ik dacht nog dat ze met mond vol tanden daar zouden zitten, want ik zag en hoorde delegatieleden van andere kleine staten wel spreken maar Suriname niet.

Vandaag haaste ik mij weer naar de conferentie, omdat ik de gratis krant Gazete wilde bemachtigen. Gisteren had een Poolse journalist mij geinterviewd en gefotografeerd en hij had gezegd dat het artikel in Gazete zou verschijnen. Ik was benieuwd naar zijn artikel, want hij had mij enkele nietszeggende vragen gesteld en ik had hem daarom nietszeggende antwoorden gegeven. Wel..., toen ik Gazete in handen kreeg bleek ik er niets in te staan. In elk geval geen artikel over mij. Ik had het wel verwacht, want wie plaats er nu nietszeggende berichten in de krant?

Op dit moment zit ik in het media centrum, waar er honderden zeer snelle computers met internetverbinding zijn, waarvan wij gebruik kunnen maken. In dit centrum zijn er ook vier grote flat televisions screens die beelden vertonen van alles wat er gebeurd in de vergaderzaal, waar de delegatieleden zitten te discussieren. Ik heb de andere officiële delegatieleden nog niet ontmoet - ze zijn te druk bezig -, maar wel andere Surinamers die internationale inheemse en vrouwenorganisaties vertegenwoordigen. Ze gaven mij interessante informatie die ik kan gebruiken voor interessante items.

Nu ga ik wel echt op zoek naar de Surinaamse delegatieleden. Ze zullen wel in de plenaire zitten, maar die duurt zo lang, dat ik niet kan wachten op hen, dus ik moet loeren wanneer de plenaire is afgelopen.

Morgen ga ik naar een Greenpeace demonstratie bij een koolmijn die voor grote verontreiniging heeft gezorgd.

De kogel is door de kerk

Gisteravond is er een einde gekomen aan het probleem ‘room mate’. Toen wij opstonden spraken wij niet meer tot elkaar, want de vorige avond – zondagavond - ging het weer goed mis. We werkten samen op onze laptop in de kamer en toen ze klaar was wilde ze slapen en moest het licht uit, terwijl ik nog niet klaar was.

Eerst wilde ik het licht niet uitdoen, maar toen ze maar bleef zeuren aan mijn hoofd, gaf ik haar wel toestemming het licht uit te doen, ondanks ik wist dat het niet goed is voor mijn ogen om in het donker op mijn laptop te werken. Toen het licht uit was, vond ze dat ik moest stoppen met typen, want door mijn getyp kon ze niet slapen. Dat deed voor mij de deur dicht en ik zei haar dat ze dan maar buiten kon slapen.

Dat wilde ze niet, dus hield ze haar mond maar dicht. Na een tijdje was ik klaar met typen, bergde mijn laptop op en deed het raam boven mijn bed dicht. Ik had dat raam reeds de hele dag open gelaten voor frisse lucht. Toen ik het dicht maakt klaagde ze en wilde dat ik het raam open liet staan, want het is ‘stuffy in the room’. Dit weigerde ik pertinent, want anders zou ik het koud krijgen in de nacht. Nou..., ik kroop dus mijn bed in – met gesloten venster – en begon weer te snurken en weer maakte ze mij steeds wakker. De volgende morgen spraken wij niet tot elkaar.

Tijdens de conferentie was het alsof alle fellow-journalisten mij schuin aankeken, want ze sprak de hele tijd over mijn gesnurk en toen wij ’s avonds in het hotel terug waren, boog de organisatie zich over het probleem. Al snikkend deed ze haar beklag tegen een van de organisatoren, die zei ook te snurken en ook laat te werken. Ze barste in tranen uit en vond dat de organisatie haar niet serieus nam.

Snikkend vertelde ze, dat ik ruw tegen haar ben en dat ze niet tegen mij op kan, omdat ik een sterke vrouw ben. Het laatste had ze goed gezien, want al de hele dag wilde ik haar een paar rake klappen verkopen. Anyhow..., de organisator gaf ons enkele opties en om het verhaal kort te maken koos ik voor de optie te verhuizen naar een prive woning, waar ook andere journalisten verblijven en waar ik een aparte kamer heb. Nu is het probleem opgelost. Ik kan zonder te worden gestoord naar hartelust snurken. Een foto van mijn nieuw verblijf plaats ik nog.