woensdag 9 december 2009

De weg naar Kopenhagen


Ik mag op uitnodiging van UNFCCC en COM+ (Communicators for sustainable development) verslag doen van de vijftiende Conference of the Parties (COP15) to the United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) die van 7 – 18 december 2009 in Kopenhagen/Denemarken wordt gehouden. Zie ook http://www.complusalliance.org

Ik heb mij verheugd op COP15, ondanks ik weet dat het hard werken is, want ik ben van plan voor zowel COM+, STVS, Paramaribo1line en het Caribisch Gebied nieuws te maken. Vorig jaar had ik een fellowship award gewonnen van de Climate Change Media Partnership (CCMP) om verslag te doen van COP14 in Poznan/Polen.

Dit keer ga ik niet als fellow, maar als volwaardige journalist. Wat het verschil is zal ik merken als ik in Kopenhagen ben. In elk geval werd je als fellow stiefmoederlijk behandeld. In die zin dat je te weinig geld kreeg, waardoor je moest beperken op je voeding. Je had geen kamer voor jezelf, terwijl ik van tevoren had aangegeven dat ik snurk, om dan diep in de nacht half slapend en op eigen kosten van huis te moeten veranderen, vanwege mijn gesnurk. Daarnaast gaf de organisatie je geen enkel vrij moment. Het programma was overvol.

Elke dag werden er ontmoetingen met allerlei deskundigen georganiseerd die informatie gaven over hun werkgebied. De organisatie verwachte dan, dat je én items schreef én het druk programma afwerkte. Zelfs op de zondag was er iets op het programma. Dat was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen. Uit protest bleef ik een zondag thuis, want als God de wereld heeft geschapen in zes dagen en de zevende dag ruste, wie ben ik om te zeggen dat ik geen dag in de week zou rusten?

Any how..., nu ben ik gelukkig geen fellow meer, want ik heb gedaan wat enkele journalisten mij in Poznan adviseerden. Ze zeiden: ,,make sure that you be at COP15 via UNFCCC, because then you will be independent”. En dat heb ik gedaan. Een late mail naar het UNFCCC-secretariaat met al mijn ‘credentials’ waren voldoende om een uitnodiging en een ruime fee te ontvangen. En als ik naar het programma kijk heb ik inderdaad voldoende ruimte om vrij en onafhankelijk te zijn.

Nog net voor vertrek kreeg ik een e-mail van de organisatie dat er op de dag van de opening van de conferenctie een diner en receptie zou zijn in een hotel in Malmö/Zweden. Dus kon ik nog net een receptie ‘dress’ plaatsen in mijn koffer.

Met goede moed ben ik vertrokken naar Kopenhagen, na de trouwdag van mijn dochter. Ik moest haar eerder dit jaar plechtig beloven dat ik niet vóór haar trouwerij naar Kopenhagen zou vertrekken. Dus ben ik een dag te laat in Kopenhagen gearriveerd, na een negen urenlange vliegreis naar Nederland.

Gelukkig ben ik in slaap gevallen, waardoor de reis minder lang leek. Ik droomde over een grote opstand van Braziliaanse gouddelvers in het Lawagebied. De opstand was tegen de Aluku’s (de plaatselijke Surinaamse bevolking) om hout en goud in de omgeving. Duizenden Brazilianen die van overal uit het bos kwamen ontmoetten elkaar op een open plek in het bos. Op de plek was een podium opgestald met Braziliaanse leiders die de andere gouddelvers toespraken. Ik was in een helicopter. Later belande ik in het huis van een Aluku strijder en kreeg daar twee grote slagersmessen om mij te verdedigen. De West wist van de opstand. Tenminste..., die krant wist wat, maar wit niet precies wat er gebeurde. Ik werd weer goed op de eigenaar van de krant, omdat hij een ‘item’ van mij wilde hebben.

Vol bezorgdheid werd ik wakker en voelde wat kou aan mijn voeten. Om gemakkelijk te kunnen zitten had ik mijn laarsen uitgetrokken, maar toen ik ze weer wilde aantrekken bij de landing van het vliegtuig op Schiphol gingen ze niet meer aan mijn voeten, want die waren opgezet. God alleen weet hoe dat komt. Aangezien ik niet op blote voeten wilde lopen op pde luchthaven heb ik mijn voeten met veel moeite gewrongen in de laarsen, waarvan ik de rits met geen enkele moeite kon dichttrekken. Gelukkig kon ik desondanks wel lopen met ze. Alhoewel zeer voorzichtig. Ik trok wel veel aandacht door het lopen met open laarsen. Op Schiphol moest ik weer een vliegtuig pakken naar Kopenhagen, waarna ik de trein moest pakken naar Zweden, want de organisatie had een hotel in Lund (een stadje aan de grens tussen Zweden en Denemarken) voor mij geboekt, omdat alle hotels in Kopenhagen volgeboekt waren.

Dit keer is het gesjouw van de vorige keer naar en van treinstations in de barre kou en verstijfde vingers mij niet meer overkomen. Ik heb maar één koffer op wielen meegenomen en trok handschoenen aan, wollen hoed, oorbeschermers, panty’s, dikke majo’s, jeansbroek, kamisool, ondertruitje, dikke wollen boventrui, winterjas en een sjaal. Achteraf bekeken valt de kou toch wel mee. Het is niet zo koud als in Polen, maar wel kouder dan Nederland. Te Kopenhagen aangekomen ben ik maar direkt met de bus en bagage rechtstreeks naar de Conferentie geweest, om zo min mogelijk te missen. Tegen acht uur ’s avonds was de receptie en het diner waarop ik mij verheugde, want inmiddels had ik een reuze honger gekregen.

Ik had mijn honger opgespaard om zoveel mogelijk te genieten van het diner. Hoe ontgoochelend was het toen ik in het hotel aankwam in Mamo/Zweden waar de receptie werd gehouden voor de 25 COM+ journalisten. Het diner bleek bakjes met pinda’s, chips en zwarte piep kleine olijven te zijn, aangevuld met een fles witte en een fles rode wijn voor ons allen tijdens een vergadering met de organisatie. Ik kon mijn teleurstelling nauwelijks voor mijzelf houden en een collega (Matelita Ragogo uit Fiji) merkte dat op. Toen ik mijn beklag deed zei ze dat ik de e-mail verkeerd had begrepen. Er werd volgens haar bedoeld “a diner at the reception of the hotel”. De ruimte waar wij dineerden was immers naast de receptie van het hotel. De organisatie had wel een raar idee van een diner. Zomaar had ik mijn eetlust gekweekt.

Na de vergadering haaste ik mij naar de dichtstbijzijnde snackbar om een hamburger te kopen. Toen ik eindelijk tegen twaalf uur ’s avonds dodelijk vermoeid in mijn hotel (first planetstaden hotel) in Lund/Zweden aankwam nam ik een uitgebreid bad om dan lekker te smullen van mijn hamburger. Maar ik kon mijn hamburger nergens vinden. Ik heb een half uur lang mijn tas, koffer en hele hotelkamer gezocht, maar ik vond die niet. Ik kon mezelf wel een vuist slaan. Ik had die hamburger vergeten in die snackbar. Er bleef mij niets anders over dan direct te gaan slapen, want de keuken van het hotel was al gesloten. Dat was mijn eerste dag van COP15.

Geen opmerkingen: